Meest gestelde vragen
Over de lesmethode
-
Je kunt op elk moment van het jaar beginnen met schooltuinieren. Het lesprogramma is jaarrond: Stap 1 begint na de Kerstvakantie in janauri en Stap 9 eindigt voor de Kerstvakantie in december. In de herfst kun je bladgroente zaaien en voor de vorst kun je deze oogsten.
-
Aangezien de meeste lessen buiten plaatsvinden zijn er slechts een paar materialen digitaal inzetbaar. Wel tonen sommige leerkrachten de korte video van Onderzoekend Tuinieren voor de groep de tuin in gaat.
-
Bij gebrek aan ruimte voor een schooltuin of gebrek aan tijd en mankracht om voor alle groepen te starten met school tuinieren zijn er verschillende mogelijkheden. Hierbij kunnen we in veel gevallen maatwerk leveren. Bij een zeer kleine buitenruimte kan ook besloten worden met één niveau te beginnen en (op termijn) op zoek te gaan naar schooltuinruimte in de publieke buitenruimte. De EUR 3000 subsidie in het kader van het programma Gezonde School kan hiervoor bijvoorbeeld aangewend worden. Veel gemeenten zijn daarnaast bereid om op dit gebied te adviseren en ondersteunen, zeker omdat het lesprogramma een erkende RIVM interventie is. Daarnaast hebben wij zelf ook ruime ervaring op dit gebied en kunnen we meedenken.
Dus stel niet uit wat nu al kan!!!
-
Met de oogst bereiden de kinderen op hun eigen niveau elk jaar verschillende gerechten. Per niveaus worden 3 recepten beschreven. De gerechten zijn gezonde versies van populaire snacks en hapjes. Ook leren de kinderen de beginselen van het conserveren van voedsel.
-
Het lesprogramma telt per niveau 9 Stappen. Een Stap duurt ongeveer een maand. Elke Stap telt 2 lessen. Reken per les op 50 á 60 minuten. Per schoolmaand komt dit neer op 120 minuten of 30 minuten per schoolweek.
-
Het programma vraagt gemiddeld 17 tot 18 uur lestijd per groep per jaar, verdeeld over 9 stappen over het hele jaar. Het programma houdt rekening met de schoolvakanties.
-
-
De lessen worden gegeven door de eigen groepsleerkracht. De leerkracht kent de kinderen en kan lesgeven. De lessen en instructie staan duidelijk beschreven in de handleiding voor de leerkracht en het handboek van de lesmethode.
-
Nee, het programma is ontwikkeld zodat iedere leerkracht ermee kan werken. Een teamtraining wordt aangeboden bij de start.
-
Na aanmelding ontvangt de school het complete lespakket met het handboek voor de lesmethode, leerkrachtenhandleidingen , tuinboeken voor kinderen vanaf groep 3, zoekkaarten, tuinkalenders op niveau, instructiekaarten en een zadenpakket op niveau
Ook wordt de teamtraining op locatie afgestemd.
-
Ja, het is juist ontwikkeld voor leerkrachten zonder tuinervaring. Iedereen kan tuinieren!
Uitdagingen
-
Probeer uit te zoeken waarom de oogst van een bepaalde soort is mislukt, laat de kinderen zelf onderzoek doen.
Hebben jullie voor een recept uit het programma iets nodig wat niet goed is gegroeid dan kun je dit met iets anders uit de tuin maken. Hebben jullie geen rode bieten gebruik dan meer wortels bijvoorbeeld. Groeide er niets in jullie schooltuin dan kan dat liggen aan de volgende parameters of een combinatie daarvan: ligging ten opzichte van de zon, de kwaliteit van de grond, het zaaigoed, de verzorging/aandacht, plaagbeesten, droge zomer. Kijk verder naar oplossingen voor betere oogst..
-
Een schooltuin heeft minimaal 6 uur zonlicht nodig. Hebben jullie te weinig zonlicht in de schooltuin dan kun je overwegen de locatie van de schooltuin te wijzigen, vraag ons gerust om advies. Een andere optie is te kiezen voor schaduwminnende gewassen.
-
Composteren en mulchen! Een goed compostsysteem zorgt voor rijke en vruchtbare grond, Een belangrijk onderdeel van de lessen is het teruggeven van voedingsstoffen aan de natuur. Bovendien niet teveel woelen in de aarde, dus niet omspitten ofwel no-dig (eng. niet graven).. Bij gebrek aan compost kunnen wormenhotels in de bedden worden gegraven en deze worden regelmatig met onkruid en andere plantenresten gevuld De regenwormen doen de rest.
-
Voor sterke gezonde planten leveren wij biologische zaden die bovendien reproduceren, dit betekent dat uit de zaden steeds dezelfde plant groeit. Biologische zaden zijn bovendien goed voor de insecten die onze planten bevruchten.
Winnen jullie zaden uit de planten van niet-biologische zaden dan groeien hier mogelijk niet dezelfde planten uit.
-
Het lesprogramma telt per niveau 9 Stappen. Een Stap duurt ongeveer een maand. Elke Stap telt 2 lessen. Reken per les op 50 á 60 minuten. Per schoolmaand komt dit neer op 120 minuten of 30 minuten per schoolweek. Van deze 30 minuten per week is ca. 5 minuten tuinwerk/tuinonderhoud. Met 25 paar kinderhanden zijn de planten snel verzorgd,
-
De lesmethode is gebaseerd op een tuin van 200m2 voor 200 leerlingen. Is jullie schooltuin veel groter dan is er meer onderhoud. Wordt het teveel dan kunnen jullie besluiten om een groter stuk van de schooltuin om te vormen tot wilde tuin. Zet hier vaste planten, vraag ouders en de buurt om adoptie planten laat de boel lekker verwilderen. Dit komt de biodiversiteit alleen maar ten goede. Minder werk voor jullie en meer ruimte voor de natuur - win -win!
-
In sommige gebieden/jaren heerst een plaag van een bepaald schadelijk dier. Met de lesmethode leren de kinderen de dieren in de tuin kennen en leren zij hoe we de dieren kunnen inzetten in de schooltuin. Is er een uitzonderlijke situatie en loopt het de spuigaten uit? Gebruik deze omstandigheden voor verder onderzoek door de leerlingen.
Over de schooltuin
-
Reken per groep op minimaal 5 m2 tuin exclusief paden en bovendien totaal ca. 60 m2 gemeenschappelijke ruimte voor werkplekken, compostvakken, schuurtje en vaste planten/natuurtuin. De optimale oppervlakte voor een schooltuin voor een school met 8 groepen is ca. 200 m². Meer ruimte is fijn, maar let wel: meer tuin is meer werk. Het kan ook kleinschaliger bijvoorbeeld alleen met de even groepen in de schooltuin, zie hierboven over een kleinschaliger aanpak van het lesprogramma.
-
Voor het programma Onderzoekend Tuinieren leren en werken de kinderen van alle groepen in de schooltuin. Een schooltuin direct bij school is daarom optimaal.
De schooltuin kan op het eigen terrein worden aangelegd, bij voorkeur afgeschermd van het pauze terrein. Een schooltuin kan in overleg met de gemeente ook een groenstrook of braakliggend stuk grond zijn. De meeste gemeenten zijn blij met de invulling van deze grond en kunnen in overleg bijvoorbeeld een hek rondom de tuin plaatsen.
-
Een schooltuin vergt geen enorme financiële investeringen. Lokaal, regionaal en nationaal zijn er bovendien mogelijkheden om subsidie aan te vragen. Vraag er naar bij de gemeente, gezondeschool.nl, Jong Leren Eten, Oranjefonds.nl, Jantje Beton, Fonds 1818 (binnen hun werkgebied), provinciaal landschapsbeheer en lokale banken. Een overzicht van mogelijke subsidieverstrekkers vind je op www.groenaandebuurt.nl.
Ook zonder subsidie, maar met inzet van leerlingen, leerkrachten en ouders is veel mogelijk.
Vraag de ouders of de gemeente om oud gereedschap voor de tuin. Oud gereedschap moet wel even goed worden nagekeken. Maak ook gebruik van de expertise in de omgeving, lokale tuinexperts, het lokale tuincentrum en (groot)ouders met veel tuinkennis of handigheid.
-
Bij het lesprogramma ontvang je 4 zadenpakketten aangepast op de tuinkalenders/lesniveau. In het lesprogramma is aandacht voor het verzamelen van zaden uit de oogst, maar zaden zijn ook bij te bestellen.
-
Het tuinonderhoud is onderdeel van de lessen. Zie het antwoord hierboven
-
Er is geen extra watergeven nodig. Het lesprogramma leert kinderen de planten zo te verzorgen dat ze geen extra water nodig hebben.
-
Alle materialen zijn los te bestellen in de shop.
-
Neem contact met ons op voor meer informatie over een autonome schooltuin
-
Materiaalkosten en onderhoud voor de schooltuin kosten ca. €150,- per jaar
-
Ja, een schooltuin of zonnige buitenruimte van ± 200 m² is nodig. Onderzoekend Tuinieren denkt mee en kan ondersteunen bij de aanleg.

